Teelthandleiding lupine

Udo Prins en Willemijn Cuijpers van het Louis Bolk instituut schreven een nieuwe lupine teelthandleiding. De handleiding richt zich op de teelt van breedbladige, witte lupine en smalbladige, blauwe lupine, met een focus op zoete rassen die met name voor humane consumptie, maar ook als veevoer geschikt zijn.

Deze teelthandleiding is ontstaan vanuit meer dan 15 jaar wetenschappelijk onderzoek, maar ook vanuit meer dan 30 jaar teeltervaring van een groot aantal lupine-pioniers als André Jurrius, Jaap Melgers en Roelf Maarsingh. Maar zeker ook door inbreng van de enorme hoeveelheid praktijk kennis die Lekker Lupine en Lupeel met hun telers de laatste jaren hebben opgedaan. Ruud Timmer van WUR open teelten en Linda Calciolari van ekoboerderij de Lingehof leverden daarnaast een inhoudelijke bijdrage aan deze handleiding.

Deze brochure is een update van de in 2015 verschenen ‘Teelthandleiding Lupine voor menselijke consumptie’. Er is inmiddels door veredeling meer keuze in het aanbod van zoete lupinerassen dan 10 jaar geleden. In verschillende nationale en EU-onderzoeksprojecten is gewerkt aan kennisontwikkeling op het gebied van teelt. Ook de marktontwikkeling is in een nieuwe fase beland, waarbij verschillende groepen lupinetelers, waaronder Lekker Lupine en Lupeel, gezamenlijk aan de weg timmeren om nieuwe concepten voor de afzet te realiseren. Door de aandacht voor de eiwittransitie is ook vanuit de industrie hernieuwde interesse in andere peulvruchten voor humane consumptie.

Deze brochure is tot stand gekomen in opdracht van Lekker Lupine, Lupeel, en Proeflab Wageningen, binnen de projecten ‘Kennisdelen lupineteelt voor humane consumptie’ en ‘Verbonden Peelproeftuinen voor slimme rotatieteelten’, met financiering vanuit RVO, IBP Vitaal Platteland en de provincie Noord-Brabant, in samenwerking met LLTB, Agroproeftuin de Peel en Innovatiehuis De Peel.

Waarom lupine telen?
Lupine past als eiwitrijke peulvrucht perfect in een gezond en duurzaam voedingspatroon. Het is een gewas dat goed te telen is onder Nederlandse omstandigheden. Daarbij heeft het verschillende voordelen in de rotatie: het legt stikstof vast en draagt bij aan koolstofopbouw en fosfaatmobilisatie in de bodem. Als bloeiend gewas is het een aantrekkelijke bron van stuifmeel voor wilde bijen en andere insecten. Deze handleiding bundelt de praktijkervaring van lupinetelers en het onderzoek dat naar lupine in Nederland is uitgevoerd. Het bevat praktische tips en teeltaanwijzingen vanaf de bestelling van zaaizaad en de keuze van rassen, tot aan de inpassing in de rotatie, onkruidbeheersing, het herkennen van ziekten en de afstelling van de combine bij de oogst.

Previous
Previous

Boerderij uitgelicht: Hoe teel je lupine?

Next
Next

De Gelderlander: “Het ‘gouden boontje’ als de ideale vleesvervanger”